De anatomie en gasuitwisseling van de longen

Gepubliceerd op 26 december 2020 om 13:03

De luchtweg/ ademhalingsstelsel 

De luchtweg begint bij de Neus of de mond. Hierna stroomt de lucht via de Pharynx (Keelholte), naar de Larynx (Strottenhoofd). Vervolgens komt de lucht in de Trachea (Luchtpijp). De Trachea spits zich af in een linker en een rechter Primaire Bronchus. Deze vertakt zich in verschillende bronchus lobaris (longkwabben). Hierna gaat de lucht naar de verschillende segmenten (de bronchus segmentalis). Daarna worden de vertakkingen steeds kleiner (de bronchiolen) genoemd. Als laatste komt de lucht in de alveoli terecht (de longblaasjes). Hier hebben we er miljoenen van. Langs de Alveoli lopen arteriën en venen, waardoor er in de alveoli gaswisseling plaats kan vinden die noodzakelijk is om de zuurstof en koolstofdioxide balans op pijl te houden in het lichaam. Hier kom ik aan het eind van de blog nog op terug.

De longen zijn verdeelt in verschillende kwabben. Deze worden afgescheiden door Fissuren. Aan zowel de linker als de rechterkant zit de fissura obliqua. Ook wel de fissura waaier genoemd. Rechts zit er nog een extra afscheiding, de fissura horizontalis. Ook wel de fissura minor genoemd.

De rechter long bestaat uit drie longkwabben:

  • De Lobus Superior
  • De Lobus Medius
  • De Lobus Inferior

De linker long bestaat daarentegen uit twee longkwabben:

  • De Lobus Superior
  • De Lobus Inferior

Aangezien het hart meer aan de linker kant ligt, neemt het hart meer ruimte in beslag aan die kant. Vandaar dat de linkerkant maar uit twee longkwabben bestaat en géén drie. De longen liggen tussen iets boven de Clavicula (sleutelbeen) en de onderkant loopt door tot de diafragma (middenrif). Het gebied tussen de longen heet het medinastinum. 

In dit gebied liggen onder andere:

  • Het hart
  • Arteria en venen, dit zijn slagaders en aders
  • Oesophagus, of te wel de Slokdarm
  • De luchtwegen die hierboven benoemd zijn 

Het deel van de longen dat tegen de ribben en tussenribspieren ligt, heet het costale oppervlak. De oppervlak aan de binnenkant (het medinas-tinum) heet het mediale oppervlak. Hier zit de longhilus. Dit is de longport waar de bloedvaten en luchtwegen in en uit gaan. In het filmpje hier beneden leg ik meer uit over de doorsnee van een long en wat voor functie de pleura heeft.

Hoe werkt de gasuitwisseling?

Gaswisseling, ook wel respiratie genoemd, gaat continu door en bestaat uit twee soorten:

1. Gaswisseling wat plaatsvind in de longen.

- Dit is externe respiratie.

2. Gaswisseling wat plaats vindt in het lichaam, dus vanuit het bloed richting de cellen.

- Dit heet interne respiratie.

 

In de Alveoli vind externe Respiratie plaats. Aangezien de wand van de Alveoli en de wand van de capillairen van de long maar één cel dik zijn, liggen de  bloedvaten super dichtbij de ingeademde lucht. Hierdoor kunnen zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2) moleculen effectief worden uitgewisseld en kan er heel gemakkelijk diffusie plaats vinden. De totale  oppervlakte aan alveolaire capillaire membraan die  beschikbaar is voor gasuitwisseling is ongeveer gelijk aan de oppervlakte van een tennisbaan! Verder zien we in een alveolus cel nog cellen van het afweer systeem de macrofaag en een cel die surfactant maakt. Dit is een vloeistof die zorgt voor oppervlakte spanning. Waardoor de alveoli niet steeds dicht vallen bij het uitademen van lucht. Als deze spanning wordt doorbroken klapt de long in. Dit wordt ook wel een pneumothorax of te wel een klaplong genoemd.

 

Diffusie is passief transport. De drukverschil aan beiden kanten van zowel de alveolus als het capillair, zal gas diffunderen doormiddel van de semipermeabele membraan van een hogere concentratie naar een lage concentratie. Dit zorgt ervoor dat een lage- en een hoge concentratie in evenwicht komen.

 

De alveolaire lucht bestaat uit:  

  • De zuurstofdruk (PO2) = 100 mmHg (millimeter kwik)

        - Dit is een hoge concentratie.

  • De koolstofdioxidedruk (PCO2) = 40 mmHg (millimeter kwik)

        - Dit is een lage concentratie.

 

Het zuurstofarm bloed in de capillair bestaat uit:

  • Een hoge concentratie PCO2 = 46 mmHg
  • Een lage concentratie PO2 = 40 mmHg

 

Als de diffusie heeft plaats gevonden, zien we dat er een er een evenwicht is ontstaan van:

  • PO2 concentratie = 100 mmHg 
  • PCO2 concentratie = 40 mmHg

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb